Europees Hof voor de Rechten van de Mens - 9063/14 en 10410/14 - 21-07-2016

Samenvatting

De weigering van overschrijving van Indiase geboorteakte na draagmoederschap schendt het recht op privéleven van het kind
 
De verzoekers zijn twee vaders en hun kinderen, geboren in 2009 en 2010 in Indië, die de weigering van de overschrijving van hun geboorteakten door de Franse overheid betwisten, bewerend dat hun recht op gezins- en privéleven (beschermd door artikel 8 EVRM) daardoor geschonden is.
 
Op de Indiase geboorteakten staan de Franse vaders als biologische vaders vermeld. Het parket weigert die akten in het bevolkingsregister over te schrijven omdat er aanwijzingen van draagmoederschap zijn dat door het Franse Burgerlijk Wetboek uitdrukkelijk verboden is. De verzoekers betwisten deze weigering maar op het einde van de gerechtelijke procedures wordt de weigering van overschrijving bevestigd door het Hof van Cassatie. De Franse rechters oordelen dat de geboorteakten het resultaat zijn van een door het Franse recht verboden moederschap en kwalificeert de situatie als wetsontduiking.
 
Verwijzend naar de vorige arresten Mennesson en Labassee (nr 65192/11 en nr. 65941/11 van 26 juni 2014), oordeelt het Europees Hof dat de weigering van de overschrijving van de geboorteakte het recht op gezinsleven van het gezin niet geschonden heeft. De houding van de Franse autoriteiten heeft enkel het recht op privéleven van de kinderen geschonden, wat een schadevergoeding van 5.000 euro voor elk kind tot gevolg heeft.