Hof van beroep Antwerpen - 2015/AR/2592 - 20-06-2016

Samenvatting

De Veiligheid van de Staat kan op basis van de momenteel voorhanden zijnde gegevens niet bepalen: of X gederadicaliseerd is en zijn contacten met personen die betrokken zijn bij de ondersteuning van terroristische netwerken afgebroken heeft; dan wel nog steeds aanhanger is van de radicale islam en nog steeds in contact staat met personen die betrokken zijn bij de ondersteuning van terroristische netwerken, zonder dat dit momenteel door de Veiligheid van de Staat kan worden vastgesteld.
 
Er werd wel degelijk vastgesteld dat X aanhanger is van de radicale islam en in contact stond met personen die terroristische netwerken ondersteunen en met name de Kaukasische verwant van IS.
 
Hoewel de Veiligheid van de Staat geen actuele informatie meer heeft bekomen die bevestigt dat geïntimeerde nog steeds aanhanger is van de radicale islam of in contact staat met personen die betrokken zijn bij de steun aan het genoemde terroristische netwerk, kan niet uitgesloten worden dat dit nog steeds het geval is.
 
De informatie van de Staatsveiligheid dient ernstig te worden genomen gezien aan deze dienst een specifiek wettelijke taak werd toebedeeld in het kader van nationaliteitsaanvragen en zowel in de wet als in het K.B. uitdrukkelijk melding wordt gemaakt van staats- en maatschappijgevaarlijke sympathieën als beletsel wegens gewichtige feiten eigen aan de persoon.
 
Over de in het bezit zijnde gegevens van de Veiligheid van de Staat kan niet licht overheen worden gestapt, zeker niet in deze tijd van algemene terreurdreiging; deze gegevens zijn ernstig en zeer concreet.
 
Het feit dat geïntimeerde nog naar Rusland gereisd is in 2014 bewijst niet de informatie van de Staatsveiligheid niet correct zou zijn.
 
Verder dient nog beklemtoond dat geïntimeerde op 14/7/2011 een verzoekschrift indiende om het statuut van staatloze aan te vragen, terwijl hem op 14/4/2012 blijkbaar zonder problemen nog een Russisch paspoort werd uitgereikt.
 
Het Openbaar Ministerie heeft alle diensten dienen te bevragen teneinde een advies te kunnen verstrekken over het statuut van staatloze, waaruit bleek dat geïntimeerde niet in aanmerking kwam als staatloze en steeds een Russisch onderdaan is geweest; dit negatief advies werd bij vonnis van de familierechtbank van Antwerpen van 18/3/2015 bevestigd.
 
Er kunnen dan ook ernstige bedenkingen worden gesteld bij de bedoeling van X om het statuut van staatloze aan te vragen, terwijl hij naderhand probleemloos een Russisch paspoort kon bekomen en dus kennelijk nooit staatloos is geweest.
 
Met dergelijk zinloze procedure werden parket en rechtbank nodeloos belast, hetgeen niet getuigt van veel respect voor de Belgische rechterlijke orde.
 
Opmerkelijk is ook dat geïntimeerde destijds asiel aanvroeg op basis van een verhaal dat hij in Rusland op een lijst zou staan en gezocht werd door Rusland wegens zijn vermeende betrokkenheid in de Tsjetsjeens oorlog; iedereen van Tsjetsjeense of Igoesetische origine zou geviseerd worden.
 
In 2014 was die vrees blijkbaar al sterk afgenomen aangezien geïntimeerde nog is teruggekeerd naar Rusland aan de hand van een Russisch paspoort dat hem in 2012 werd uitgereikt.
 
Op grond van alle voorgaande elementen dient tezamen met het Openbaar Ministerie geconcludeerd dat er wel degelijk gegronde redenen zijn m het verzoek van geïntimeerde niet in te willigen en om de Belgische nationaliteit niet toe te kennen.