Hof van beroep Gent - 2014/AR/3273 - 15-09-2016

Samenvatting

Blijkbaar heeft X, die in 2011 vanuit Marokko de EU is binnengekomen en in een precaire verblijfssituatie verkeert, een allerminst hechte relatie met Y. Zij blijken elkaar(s naasten) nauwelijks te kennen en povere contacten te onderhouden. Van een intense relatie is allerminst sprake, laat staan van een liefdesrelatie, de niet-overtuigende andersluidende beweringen van X en Y ten spijt. Dat de broers van Y dit zouden verhinderen, is ongeloofwaardig. De communicatie tussen X en Y verloopt stroef in het Berbers, terwijl te weinig afdoende concreet in tijd en ruimte te situeren dan wel dienstige elementen/stukken voorliggen van gezamenlijke activiteiten van een verliefd stel. Echte toekomstplannen (als koppel) zijn er niet. Daar waar X zelf heeft aangegeven dat ‘dat hij hier zijn toekomst wil veilig stellen’ doelt hij in wezen op het verblijfsrechtelijke voordeel dat het voorgenomen huwelijk zou meebrengen.
 
Daar waar X medio 2015 is gerepatrieerd naar zijn land van herkomst (Marokko), beweren/illustreren X en Y enigszins dat zij (sindsdien) contacten (zouden) onderhouden en bovendien in Marokko in het huwelijk zijn getreden (op 16/17 september 2015). Dit buitenlandse huwelijk heeft (vooralsnog) geen erkenning/uitwerking in België.
 
Een en ander verhelpt (hoe dan ook) geenszins dat het eerder in België voorgenomen huwelijk ‘opgezet spel’ was. Kenschetsend daarbij is dat de echtgenoot van een zus van X en de vader van Y broers zijn. Het buitenlandse huwelijk (op 16/17 september 2015) kadert in de voortgezette intentie om de Belgische rechtsorde te fnuiken en zodoende X een verblijfsrechtelijk voordeel in België te verschaffen.
 
De overgelegde stukken/getuigenverklaringen overtuigen geenszins. Een manifest voorgenomen schijnhuwelijk ligt voor, terwijl (verder) getuigenbewijs tot stoffering van het tegendeel (zoals X en Y vagelijk voorstellen) allerminst opportuun overkomt.
 
Centrale pijnpunten van het in België voorgenomen schijnhuwelijk zijn, zoals aangegeven: (1) de beperkte ontmoetingen, (2) de weinig hechte/oprechte relatie, (3) de gebrekkige communicatie (in het Berbers), (4) de zeer gebrekkige wederzijdse kennis van de ene van een aantal essentiële gegevens van de andere, (5) de tegenstrijdige verklaringen van X en Y (bv. omtrent het huwelijksaanzoek en de kosten van het feest) en (6) de alles doorkruisende houding van X die enkel gericht is op een verblijfsrechtelijk voordeel.