Inreisverbod kan niet bij impliciete intrekking van eerder of gelijktijdig uitwijzingsbevel

Telkens wanneer een vreemdeling in een verblijfsprocedure een attest van immatriculatie ontvangt, worden voorgaande uitwijzingsbevelen impliciet ingetrokken. Dat zeggen arresten van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) en de Raad van State (RvS). Deze rechtspraak trekt gevolgen voor inreisverboden:

  • als een uitwijzingsbevel impliciet ingetrokken werd, kan Dienst Vreemdelingenzaken zich niet meer baseren op de niet-uitvoering van dat uitwijzingsbevel om een inreisverbod af te geven (RvV nr. 143.395 van 16 april 2015 en RvS nr. 233.201 van 10 december 2015).
  • als een uitwijzingsbevel dat impliciet ingetrokken werd gepaard ging met een inreisverbod, wordt ook dit inreisverbod impliciet ingetrokken (RvS nr. 229.575 van 16 december 2014).

Toepassingsgeval: ontvankelijke aanvraag 9ter (RvV nr. 143.395 van 16-04-2015 en RvS nr. 233.201 van 10-12-2015, RvS nr. 235.046 van 14-06-2016 )

Een vreemdeling diende enkele jaren geleden een 9bis-aanvraag in (humanitaire regularisatie volgens artikel 9bis Verblijfswet). DVZ verklaarde de aanvraag niet-ontvankelijk en leverde een eerste bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) af. De betrokkene diende daarna een 9ter-aanvraag in (medische regularisatie volgens artikel 9ter Verblijfswet). DVZ verklaarde die aanvraag ontvankelijk en betrokkene werd in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie.

Een jaar later verklaarde DVZ de ontvankelijke 9ter-aanvraag ongegrond. De weigering ten gronde ging gepaard met een tweede BGV en een inreisverbod. Het inreisverbod was gebaseerd op de niet-uitvoering van het eerste bevel (zie artikel 74/11 § 1, tweede alinea, 2° Verblijfswet).

De RvS bevestigde dit in zijn arrest van 14 juni 2016.

Toepassingsgeval: inoverwegingname van derde asielaanvraag (RvS nr. 229.575 van 16-12-2014)

Een asielzoeker diende drie asielaanvragen in. De eerste asielaanvraag werd afgewezen. De tweede aanvraag werd niet inoverweging genomen en betrokkene kreeg een BGV met inreisverbod. Daarna diende de asielzoeker een derde asielaanvraag in, die wel in overweging werd genomen. De asielzoeker kreeg een attest van immatriculatie tijdens het verdere verloop van zijn asielaanvraag.

Analyse arresten RvV en RvS

Volgens de RvV en de RvS houdt de afgifte van een attest van immatriculatie een machtiging in tot een tijdelijk en precair verblijf. Het standpunt van DVZ dat een attest van immatriculatie de administratieve situatie van een vreemdeling niet wijzigt, wordt niet gevolgd.

Een (tijdelijke) machtiging tot verblijf valt niet te verzoenen met een eerder opgelegd bevel om het grondgebied te verlaten (BGV). De machtiging tot verblijf impliceert dan ook de stilzwijgende intrekking van een eerder afgeleverd bevel.

DVZ kan geen inreisverbod baseren op een eerder afgeleverd BGV, dat impliciet ingetrokken werd. Als het inreisverbod gekoppeld is aan een BGV dat impliciet ingetrokken wordt, wordt het inreisverbod zelf ook impliciet ingetrokken aangezien het een accessorium is van het bevel.

Gevolgen?

Telkens wanneer een vreemdeling in een verblijfsprocedure een attest van immatriculatie ontvangt, worden voorgaande uitwijzingsbevelen (impliciet) ingetrokken en verdwijnen ze uit het rechtsverkeer.

Dat heeft grote gevolgen voor inreisverboden omdat die altijd gekoppeld zijn aan een uitwijzingsbevel: als het uitwijzingsbevel niet meer bestaat, kan DVZ zich niet meer op geldige wijze hierop baseren om een inreisverbod af te geven.

De volgende verblijfsprocedures voorzien in de mogelijkheid tot afgifte van een attest van immatriculatie. In het kader van deze procedures kan een eerder uitwijzingsbevel dus impliciet ingetrokken worden en kan een opgelegd inreisverbod diens juridische basis verliezen:

  • gezinshereniging met een Belg of Unieburger of derdelander, als de aanvraag in België ingediend wordt
  • asiel
  • medische regularisatie (artikel 9ter Verblijfswet)
  • de verblijfsprocedure van een derdelands student, als de aanvraag in het buitenland ingediend wordt (via studentenvisum)
  • de verblijfsprocedure van een niet-begeleide minderjarige
  • de verblijfsprocedure van een slachtoffer mensenhandel
  • de verblijfsprocedure van een langdurig ingezetene met tweede verblijf in België, als de aanvraag in België ingediend wordt