Mag een ‘ander familielid’ van een Unieburger werken zonder arbeidskaart?

Sinds 15 mei 2014 hebben, naast de echtgenoot of gelijkgestelde of wettelijk samenwonende partner, en de ascendent of descendent, ook sommige andere familieleden van Unieburgers een recht op gezinshereniging. Dat staat in de Verblijfswet.

Het recht om te werken is geregeld in de Arbeidskaartenwetgeving. Die is niet aangepast aan de wijziging in de Verblijfswet. Als gevolg daarvan kunnen de nieuwe categorieën rechthebbenden op gezinshereniging maar werken zonder arbeidskaart nadat zij een F of F+ kaart hebben gekregen.

Welke 'andere familieleden van Unieburger' hebben ook recht op gezinshereniging?

Artikel 47/1 Verblijfswet (Vw) somt de volgende 'andere familieleden' op:

  • de partner met wie de Unieburger een deugdelijk bewezen duurzame relatie heeft, en die niet in aanmerking komt voor gezinshereniging als 'wettelijk geregistreerde partner' van de Unieburger;
  • een familielid dat in het land van herkomst ten laste is of deel uitmaakt van het gezin van de Unieburger, en dat niet in aanmerking komt voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger;
  • een familielid dat vanwege ernstige gezondheidsredenen een persoonlijke verzorging door de Unieburger strikt behoeft, en dat niet in aanmerking komt voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger.

Tijdens aanvraag gezinshereniging: gewone familieleden van Unieburger of Belg mogen werken zonder arbeidskaart, 'andere familieleden van Unieburger' niet

Het 'andere familielid' van een Unieburger krijgt op het moment van de aanvraag voor gezinshereniging in België een bijlage 19ter. Na een positieve woonstcontrole krijgt het familielid een attest van immatriculatie (AI). Toch kan die persoon niet werken zonder arbeidskaart tijdens de procedure.

Artikel 2, 2°, c) van het koninklijk besluit arbeidskaarten van 9 juni 1999 bepaalt dat een familielid vrijgesteld is van arbeidskaart als hij in het bezit is van een bijlage 19ter en een AI die werden bekomen op basis van artikel 40bis of 40ter Vw (gezinshereniging met Unieburger of met Belg). Maar het recht op gezinshereniging voor 'andere familieleden' van een Unieburger is geregeld in artikel 47/1 en verder Vw. Artikel 2 van het KB van 9 juni 1999 verwijst niet naar artikel 47/1 en verder Vw. Door het ontbreken van deze wettelijke basis geldt deze bepaling niet voor deze 'andere familieleden' van een Unieburger: zij zijn dus niet vrijgesteld van arbeidskaart tijdens hun aanvraagprocedure.

Na toekenning gezinshereniging: met F of F+ kaart mag je altijd werken zonder arbeidskaart

Zodra het 'andere familielid van een Unieburger' een F kaart (of F+ kaart) heeft, kan hij werken zonder arbeidskaart.

Artikel 2, 2°, a) en b) van het KB van 9 juni 1999 bepalen immers dat iemand die in het bezit is van een F of een F+ kaart vrijgesteld is van arbeidskaart.

Praktijk van de diensten Economische Migratie?

De provinciale diensten Economische Migratie laten weten dat zij de wet strikt toepassen. Zolang de wet niet gewijzigd wordt, is de situatie dus als volgt:

  • 'Andere familieleden van een Unieburger' kunnen niet werken zonder arbeidskaart tijdens de aanvraagprocedure gezinshereniging (de 'gewone' familieleden van een Unieburger of van een Belg kunnen dat wel);
  • Alle personen die een F of F+ kaart hebben,kunnen werken zonder arbeidskaart (ook 'andere familieleden van een Unieburger').