Recht om wijziging opvangplaats te vragen na 6 in plaats van 4 maanden

Een asielzoeker die in het verleden een collectieve opvangstructuur als verplichte plaats van inschrijving toegewezen kreeg, kon na vier maanden verblijf in die collectieve opvangstructuur een aanvraag indienen voor toewijzing van een individuele opvangstructuur (art. 12 Opvangwet). Dit gebeurde binnen de grenzen van de beschikbare plaatsen.

Vanaf 7 juli 2016 geldt een termijn van zes maanden. Dat staat in de Wet diverse bepalingen inzake asiel en migratie van 4 mei 2016. Een eventuele toewijzing aan een individuele opvangstructuur voor personen die in een collectieve opvangstructuur opvang genieten kan voortaan dus pas na zes maanden.

De wijziging van de verplichte plaats van inschrijving kan niet gevraagd worden indien de termijn van zes maanden bereikt wordt na de betekening van een weigeringsbeslissing van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, tenzij de asielzoeker een administratief cassatieberoep ingediend heeft dat toelaatbaar is verklaard.