Voorlegging buitenlandse huwelijksakte is valsheid in geschrifte als het gaat om een schijnhuwelijk

De rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen veroordeelde bij vonnis van 24 mei 2016 een koppel wegens valsheid in geschrifte en gebruik van een vals stuk voor het voorleggen van een Nigeriaanse huwelijksakte aan de ambtenaar van burgerlijke stand in België. De Nigeriaanse huwelijksakte zou een intellectueel vals stuk zijn, aangezien deze op een schijnhuwelijk gebaseerd is.

De rechtbank acht het op basis van de feiten in het dossier voor bewezen dat het gaat om een schijnhuwelijk. De intentie van minstens één van de echtgenoten is kennelijk niet gericht op het totstandbrengen van een duurzame levensgemeenschap, maar alleen op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat verbonden is aan de staat van gehuwde. Hoewel de echtgenoten formeel toestemming gaven tot het huwelijk, is in dit geval volgens artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek sprake van een schijnhuwelijk.

Het aangaan van een schijnhuwelijk is strafbaar gesteld in artikel 79bis van de Verblijfswet, maar deze bepaling heeft geen extraterritoriale werking. Aangezien het huwelijk in Nigeria is afgesloten, kan de rechter deze bepaling dus niet toepassen.

Maar de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen verwijst naar een arrest van het Hof van Cassatie van 14 januari 2014 om de kwalificatie van valsheid in geschriften en gebruik van een vals stuk toe te passen, ook al staat het vast dat er wel degelijk een huwelijksvoltrekking heeft plaatsgevonden die correct werd geacteerd in de Nigeriaanse huwelijksakte. De rechtbank oordeelt dat het gaat om een intellectueel vals stuk. De echtgenoten boden zich aan bij de dienst bevolking van het gemeente om hun gehuwde staat te registreren door gebruik te maken van het valse stuk, aldus de rechtbank.