Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 144.070 - 24-04-2015

Samenvatting

Uit nazicht van de stukken van het administratief dossier blijkt dat het tijdelijk verblijf dat aan de verzoekende partij werd toegekend op 18 september 2008 werd ingetrokken omwille van fraude. Aangezien de verwerende partij overging tot de intrekking van haar beslissing van 18 februari 2008, kan niet anders dan vastgesteld te worden dat er nog geen antwoord was op de regularisatieaanvraag van 18 februari 2005, vermits er ingevolge de intrekking van de beslissing een nieuwe beslissing diende te worden genomen door de verwerende partij. Zoals de verzoekende partij terecht weergeeft, werd de beslissing inzake de aanvraag om machtiging tot verblijf van 18 februari 2005 pas op 20 oktober 2010 genomen. Aldus dient vastgesteld te worden dat de regularisatieaanvraag van 18 februari 2005 nog hangende was op het ogenblik dat de bestreden beslissing werd genomen, zijnde 13 oktober 2010.