Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 177.175 - 27-10-2016

Samenvatting

Artikel 27, § 1, eerste lid van het WIPR luidt als volgt:
“§ 1. Een buitenlandse authentieke akte wordt in België door alle overheden erkend zonder dat een beroep moet worden gedaan op enige procedure indien haar rechtsgeldigheid wordt vastgesteld overeenkomstig het krachtens deze wet toepasselijk recht, en meer bepaald met inachtneming van de artikelen 18 en 21”.
Het bovenvermelde houdt in dat alle Belgische overheden die met een buitenlandse authentieke akte worden geconfronteerd, zich dienen uit te spreken over de vraag of ze al dan niet kan erkend worden. In casu is de verwerende partij een Belgische overheid en werd ze geconfronteerd met een Macedonische huwelijksakte die verzoeker heeft overgemaakt ter ondersteuning van de in punt 1.1. bedoelde aanvraag. In de bestreden beslissing kan echter geen eigen afweging van de verwerende partij in het licht van artikel 27 WIPR worden gelezen. Er is geen enkele verwijzing naar enige bepaling van het WIPR hoewel dit het wettelijk kader is dat de erkenning of niet-erkenning van buitenlandse akten beheerst. De bestreden beslissing doet niet meer dan wijzen op een beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Antwerpen van 18 februari 2016 om verzoekers Macedonische huwelijksakte niet over te schrijven in de registers van de burgerlijke stand, wat te dezen niet volstaat. Verzoeker kan dan ook worden gevolgd in zijn betoog dat de bestreden beslissing de uitdrukkelijke motiveringsplicht in het licht van artikel 27 WIPR schendt.
Deze beoordeling dringt zich des te meer op aangezien de verwerende partij in haar nota stelt dat de bestreden bijlage 20 niet is gesteund op artikel 27 WIPR. Deze bepaling houdt zoals gezegd in dat de verwerende partij een eigen afweging moet maken inzake het al dan niet-erkennen van de huwelijksakte van verzoeker en niet zonder meer kan verwijzen naar de bovenvermelde beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Antwerpen van 18 februari 2016, te meer daar er geen vonnis voorligt van de familierechtbank dat deze beslissing bevestigt en waaraan gezag van gewijsde zou kleven. De verwerende partij kan in haar nota dan ook niet dienstig opwerpen, “De bestreden beslissing is gesteund op het feit dat de ambtenaar van de burgerlijke stand te Antwerpen de buitenlande huwelijksakte weigerde te erkennen en niet overschreef in de registers van de burgerlijke stand. De verwerende partij kan derhalve niet anders dan vaststellen dat het bewijs van het rechtsgeldig huwelijk niet geleverd is, zodat artikel 40bis, iuncto 40ter van de vreemdelingenwet geen toepassing kan vinden. In de bestreden beslissing diende geenszins melding te worden gemaakt van het gegeven dat de huwelijksakte vals wordt geacht of in strijd wordt geacht met de openbare orde, nu verwerende partij zich enkel heeft gesteund op de vaststelling dat het huwelijk van verzoeker niet werd erkend.”