Wat houdt maatschappelijke dienstverlening in?

In het kort

Maatschappelijke dienstverlening is zeer breed. Steeds wordt de menselijke waardigheid als maatstaf gebruikt. Het kan onder meer bestaan uit financiële steun, sociale tewerkstelling of voorzieningen voor daklozen. Maar ook een huurwaarborg, schuldbemiddeling of psychosociale begeleiding zijn voorbeelden. De menselijke waardigheid is dus het criterium, niet de al dan niet terugbetaling door de POD MI. Het is niet zo omdat de POD MI een bepaalde dienstverlening ten laste neemt, dat die moet toegekend worden en omgekeerd.
Hieronder geven we enkele voorbeelden van maatschappelijke dienstverlening die vaak voorkomen. Het is geen limitatieve lijst.

Financiële steun

Je kan eenmalig, periodiek of als voorschot uitgekeerde steun ontvangen. 

Het OCMW bepaalt autonoom het bedrag van de toe te kennen financiële steun. In de praktijk worden vaak de leeflooncategorieën en -bedragen gebruikt om de financiële steun te bepalen. Daarom wordt de uitgekeerde financiële steun ook wel equivalent leefloon genoemd. De bedragen van het leefloon mogen niet systematisch worden overgenomen. Er moet steeds geval per geval worden nagegaan of het bedrag volstaat om je in staat te stellen menswaardig te leven. Als je samenwoont met een onwettig in het land verblijvende vreemdeling, krijg je alleen een equivalent leefloon categorie 'alleenstaande' wanneer uit het sociaal onderzoek blijkt dat de vreemdeling geen inkomsten heeft.  

Periodieke financiële steun wordt hoofdzakelijk toegekend als:

  • Vervanging van het leefloon: als je ten gevolge van je nationaliteit, verblijfplaats of leeftijd geen recht hebt op leefloon.
  • Aanvulling van het leefloon: als het bedrag van het leefloon te laag is om je een menswaardig bestaan te laten leiden.

Het OCMW kan ook (gedeeltelijk) financieel tussenkomen in geval van hoogoplopende kosten voor geneesmiddelen en geneeskundige verzorging.

Sociale tewerkstelling

Het OCMW kan een arbeidsovereenkomst met je afsluiten en zelf als je werkgever optreden. Je kan door het OCMW ook ter beschikking worden gesteld van een andere overheidsinstelling (bijvoorbeeld een ander OCMW, gemeente, openbaar ziekenhuis, intercommunale met een sociaal, cultureel of ecologisch doel) of van privé-instellingen die met het OCMW een overeenkomst hebben gesloten. Het OCMW komt financieel tegemoet in de loonlast. Deze tewerkstellingsmaatregelen staan beschreven in de artikelen 60,§7 en 61 van de OCMW-wet. 

Via sociale tewerkstelling helpt het OCMW je aan een bewijs van een periode van tewerkstelling dat je nodig hebt voor het verkrijgen van een werkloosheidsuitkering. De periode van sociale tewerkstelling mag wel niet langer duren dan de termijn die nodig is om je gerechtigd te maken op volledige sociale uitkeringen. Het is ook een manier om werkervaring op te doen.

Lees meer op de pagina sociale tewerkstelling door of via het OCMW.

Huurwaarborg

Als je zelf niet beschikt over voldoende bestaansmiddelen om je huurwaarborg te betalen, kan je een beroep doen op het OCMW van de gemeente waar je gewoonlijk verblijft op het moment van je hulpvraag.

Als je een opvangcentrum voor verzoekers om internationale bescherming (VIB's) verlaat en een woning betrekt, is het OCMW van de gemeente waar de woning zich bevindt bevoegd. Op voorwaarde dat:

  • De hulpvraag gesteld wordt bij het verlaten van de opvangstructuur: de aanvraag tot het bekomen van een huurwaarborg moet ten laatste gedaan worden de laatste dag van het verblijf in de opvangstructuur. Als de aanvraag later gebeurt, is het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats bevoegd, tenzij een van de uitzonderingen van toepassing is. 
  • Het een bepaalbare woning betreft. Als de woning niet voldoende bepaalbaar is, is het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats bevoegd, namelijk het OCMW van de plaats waar de opvangstructuur ligt.
    Uitzondering: voor VIB's die bij het verlaten van de opvangstructuur aan een OCMW worden toegewezen, is het toegewezen OCMW bevoegd voor het toekennen van de huurwaarborg.

Je kan aanspraak maken op steun van het OCMW bij het samenstellen van een huurwaarborg als uit het sociaal onderzoek blijkt dat:

  • je je gewone en effectieve verblijfplaats hebt in België. De bepaling van de hoofdverblijfplaats gebeurt op basis van je feitelijke situatie.
  • je behoeftig bent en een leven leidt dat niet beantwoordt aan de menselijke waardigheid.
  • de toekenning van steun noodzakelijk is voor het samenstellen van een huurwaarborg om toegang te krijgen tot huisvesting. 

Opvanggerechtigde personen die uit eigen beweging de opvangstructuur verlaten, krijgen in de praktijk vaak geen huurwaarborg van het OCMW omdat zij hun behoeftige situatie zelf zouden hebben veroorzaakt. Zij worden “geacht zelf aan de basis van hun behoeftigheid te liggen”. 

Als je in aanmerking komt voor hulp van het OCMW bij de samenstelling van je huurwaarborg, dan kan het OCMW vrij kiezen op welke manier het tussenkomt:

  • Het OCMW kan je het bedrag van de huurwaarborg rechtstreeks voorschieten. Je opent dan bij de bank een geïndividualiseerde en geblokkeerde rekening op je naam, waarop het OCMW de huurwaarborg stort. Op die manier is de verhuurder niet op de hoogte van het feit dat het OCMW je financieel gesteund heeft.  
  • Het OCMW sluit een standaardcontract voor een bankwaarborg af met een bank. De bank verbindt er zich dan toe om voor rekening van het OCMW de verhuurder het bedrag van de huurwaarborg te betalen, als je je verplichtingen als huurder niet nakomt.
  • Het OCMW levert een eigen borgbriefaf aan de verhuurder. Het OCMW verbindt er zich dan toe de huurwaarborg te betalen wanneer je je verplichtingen als huurder niet nakomt.

Het OCMW komt in aanmerking voor betoelaging door de staat via subsidies voorzien in jaarlijkse koninklijke besluiten.

Installatiepremie daklozen

Verlies je als dakloze die hoedanigheid door permanent een woning te betrekken, die je hoofdverblijfplaats wordt? Dan kan je eenmalig een installatiepremie aanvragen. Je moet de premie gebruiken om de woning in te richten. Je mag het niet gebruiken om de huurwaarborg of de huurprijs te betalen.

De installatiepremie kan op twee verschillende gronden worden toegekend. Op basis van:

  •  artikel 14, §3 Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie (Leefloonwet)
  • artikel 57bis Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-wet) en het Koninklijk besluit over het toekennen van een installatiepremie door het OCMW van 21 september 2004

Je kan enkel op basis van één van de regelingen een installatiepremie ontvangen. Als je recht hebt op een installatiepremie op grond van de Leefloonwet heeft die regeling voorrang op die van de OCMW-wet. De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) betaalt het bedrag van de installatiepremie volledig terug aan het OCMW.

Je bent dakloze als je "niet over een eigen woongelegenheid beschikt, niet de middelen hebt om daar op eigen kracht voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats hebt, of tijdelijk in een tehuis verblijft, in afwachting dat je een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld". 

Bijvoorbeeld:

  • Personen die op straat slapen of in openbare gebouwen die niet de functie van woonst hebben, zoals een station.
  • Personen die voorlopig gehuisvest zijn bij een particulier.
  • Personen die voorlopig in een opvangtehuis verblijven.

Voor de Leefloonwet (maar niet voor de OCMW-wet) wordt je gelijkgesteld met daklozen als je:

  • bestendig verblijft in een openluchtrecreatief verblijf of een weekendverblijf omdat je niet in staat was om over een andere woongelegenheid te beschikken, en je dit verblijf effectief verlaat om een woonst te betrekken die tot hoofdverblijfplaats dient of
  • als vluchteling erkend werd en een opvangstructuur voor verzoekers om internationale bescherming verlaat  

Het OCMW beoordeelt of je dakloze was voordat je de woonst betrok.  

Om een installatiepremie van het OCMW te bekomen, dien je een aanvraag in bij het bevoegde OCMW. Je kan dit mondeling of schriftelijk doen. Het bevoegde OCMW is in beide gevallen het OCMW van de gemeente waar je je gewoonlijke verblijfplaats hebt. Dit is in principe het OCMW van de gemeente waar de woning gelegen is.

Het OCMW gaat via een sociaal onderzoek na of je aan alle toekenningsvoorwaarden voor de installatiepremie voldoet. 

De installatiepremie wordt op twee verschillende gronden toegekend. Op basis van:

  • de Leefloonwet 
  • de OCMW-wet 

Om recht te hebben op een installatiepremie op basis van de Leefloonwet moet je:

  • recht hebben op een (aanvullend) leefloon, 
  • je hoedanigheid als dakloze verliezen door een woning te betrekken die als je hoofdverblijfplaats dient, en
  • nooit eerder een installatiepremie ontvangen hebben.

Als je niet leefloongerechtigd bent, kan je als dakloze aanspraak maken op een installatiepremie op basis van de OCMW-wet op voorwaarde dat:

  • je recht hebt op een vervangingsinkomen ten laste van de sociale zekerheid (bijvoorbeeld werkloosheids-, invaliditeits-, arbeidsongeschiktheidsuitkering) of
  • je recht hebt op een uitkering ten laste van de sociale bijstand (bijvoorbeeld financiële maatschappelijke dienstverlening, gehandicaptenuitkering, enzovoort) of
  • je inkomen lager is dan het leefloon, zoals vastgesteld voor de categorie waartoe je behoort, vermeerderd met 10%

 Verder moet je ook aan deze voorwaarden voldoen:

  • je hoedanigheid als dakloze verliezen door een woning te betrekken die als je hoofdverblijfplaats dient
  • niet eerder een installatiepremie ontvangen hebben op basis van de OCMW-wet of de Leefloonwet. Of als asielzoeker op basis van het ministerieel besluit van 30 januari 1995. Ben je asielzoeker? Lees hier meer over op de pagina ‘Terugbetaling huisvestingskosten asielzoekers’.
  • niet in aanmerking komen voor een installatiepremie op basis van de Leefloonwet of als asielzoeker op basis van het ministerieel besluit van 30 januari 1995.

Als je aan alle wettelijke toekenningsvoorwaarden van de installatiepremie voldoet, is het OCMW verplicht om de premie uit te betalen. Het OCMW mag geen bijkomende voorwaarden opleggen, zoals normen van woonkwaliteit (Arbh. Antwerpen van 7 juni 2017).

Het OCMW neemt uiterlijk binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van je aanvraag een beslissing. De beslissing over de toekenning of weigering van de installatiepremie wordt je meegedeeld per (aangetekende) brief of tegen ontvangstbewijs binnen de 8 dagen vanaf de datum van beslissing.

De installatiepremie bedraagt in beide gevallen een twaalfde van het jaarlijks bedrag van het leefloon categorie 'persoon met gezin ten laste'. Dit bedrag wordt uitgekeerd op het moment dat je de woning betrekt. Je moet de premie gebruiken om de woning in te richten en mag het niet gebruiken om de huurwaarborg of de huurprijs te betalen. 

Referentieadres

Als je dakloos bent, kan je onder bepaalde voorwaarden een referentieadres krijgen bij het OCMW. Je wordt in dat geval op het adres van het OCMW ingeschreven in de bevolkingsregisters. Dankzij het referentieadres kan je dan (blijven) genieten van je recht op een uitkering (bv/ kinderbijslag of werkloosheidsuitkering), je post ontvangen en kan je andere zaken regelen waar je een adres voor nodig hebt. 

Lees meer over de voorwaarden en aanvraagprocedure voor een referentieadres

Terugbetaling huisvestingskosten verzoeker om internationale bescherming

Betrek je als verzoeker om internationale bescherming (VIB) voor het eerst een woning en heb je voor het eerst recht op maatschappelijke dienstverlening? Dan kan het OCMW ook tussenkomen in je huisvestingskosten.

In de praktijk wordt gesproken over een ‘installatiepremie’ voor VIB's. Het gaat echter niet om een installatiepremie waarop jij als VIB recht hebt als je de voorwaarden vervult, maar om een terugbetalingsmodaliteit voor het OCMW dat kosten maakt voor de inrichting van een woning voor VIB's.

Het gaat om VIB's:

  • van wie de code 207 opvangstructuur werd opgeheven, en 
  • VIB's die wegens bijzondere omstandigheden, onder meer de verzadiging van de opvangstructuur, geen code 207 opvangstructuur toegekend hadden gekregen.

In principe komen ook VIB's die bij toepassing van het spreidingsplan aan een OCMW zijn toegewezen in aanmerking. Op dit moment is dit niet van toepassing omdat er geen VIB's worden toegewezen aan een OCMW.

De  door het OCMW gemaakte huisvestingskosten worden door de POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) terugbetaald, op voorwaarde dat de VIB:

  • voor de eerste keer steun ontvangt van een OCMW
  • wordt gehuisvest in de gemeente van het bevoegd OCMW, behalve wanneer de code 207 opvangstructuur door Fedasil op vrijwillige basis wordt opgeheven. Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar de betrokkene is ingeschreven in het wachtregister.
  • voor de eerste keer een woning betrekt en deze eerste installatie niet plaatsvindt voor het begin van de periode van maatschappelijke dienstverlening

Wanneer niet aan al deze voorwaarden is voldaan, heeft dit tot gevolg dat er geen installatiepremie wordt toegekend of dat de kosten van de installatiepremie ten laste vallen van het OCMW. 

Het OCMW gaat tijdens het sociaal onderzoek naar aanleiding van je aanvraag tot maatschappelijke dienstverlening ook na of de terugbetalingsvoorwaarden voor een tussenkomst in de huisvestingkosten vervuld zijn. Je hoeft deze tussenkomst dus niet apart aan te vragen. Tenzij het OCMW de tussenkomst niet spontaan toekent, terwijl je wel aan de voorwaarden voor terugbetaling voldoet.  

Het bedrag van de door de POD MI terugbetaalde installatiepremie is maximum het maandbedrag van het leefloon categorie 'alleenstaande'. Dit bedrag wordt verdubbeld wanneer het huishouden bestaat uit twee personen en verdrievoudigd in geval van minstens drie personen.

In de meeste gevallen keert het OCMW dit bedrag aan je uit, zodat je het aan je installatie in een woning kan besteden. Uitzonderlijk besteedt het OCMW het bedrag zelf aan de inrichting van een woning. Het OCMW moet dan facturen en aankoopbewijzen voorleggen aan de POD MI om terugbetaald te worden.   

De installatiepremie kan per jaar maximum drie keer toegekend worden voor dezelfde woning, als die opeenvolgend door verschillende VIB's wordt betrokken.

De installatiepremie kan besteed worden aan de eerste kosten van huisvesting, zoals de huurwaarborg, de aansluiting van gas/elektriciteit en meubilair.

Juridische bijstand

Het OCMW moet je alle nuttige advies en informatie geven en het nodige doen, zodat je kan genieten van alle rechten en voordelen waarop je aanspraak kan maken volgens de Belgische of buitenlandse wetten.

Het OCMW geeft de eerste algemene informatie en verwijst je voor verder juridisch advies of bijstand door naar de juridische bijstand. 

Iedereen kan voor een eerste juridisch advies kosteloos terecht bij:

  • de rechtshulp georganiseerd door het OCMW
  • de rechtshulp georganiseerd door het gemeentebestuur
  • de rechtshulp georganiseerd door bepaalde VZW's
  • de permanentie van het Justitiehuis van je gerechtelijk arrondissement

Je kan ook (gedeeltelijk) kosteloos tweedelijnsrechtsbijstand ontvangen als je inkomen een bepaalde inkomensgrens niet overschrijdt: pro deo rechtsbijstand. Of als er een vermoeden van onvermogen is. Dit laatste geldt voor:

  • asielzoekers. Sinds 31 augustus 2011 gaat het om een weerlegbaar vermoeden. De advocaat die werd aangesteld kan dit vermoeden weerleggen door het tegenbewijs te leveren. Als het bewijs wordt aanvaard, zal de betrokkene geheel of gedeeltelijk moeten betalen voor de diensten van de advocaat.
  • vreemdelingen. Voor wat betreft de indiening van het verzoek tot machtiging van verblijf. Of van een administratief of rechterlijk beroep tegen een beslissing die genomen werd met toepassing van de wetten betreffende de toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
  • Minderjarigen
  • gerechtigden op leefloon of financiële steun

OCMW tussenkomst onderhoudsgeld kinderen

Als je onderhoudsgelden voor je kind(eren) of bijdragen voor een of meer geplaatste kinderen moet betalen, kan je specifieke steun vragen aan het OCMW. Je kan dit doen door mondeling of schriftelijk een aanvraag in te dienen bij het OCMW dat bevoegd is voor de toekenning van je leefloon of maatschappelijke dienstverlening. Je krijgt dan van het OCMW een ontvangstbewijs van je aanvraag. Het OCMW kan dan beslissen om je een financiële tussenkomst toe te kennen in de onderhoudsgelden of bijdragen die door jou werden betaald. Deze regeling staat in artikel 68quinquies OCMW-wet en het Koninklijk besluit van 5 december 2004 tot uitvoering van dit artikel.

Om recht te hebben op deze tussenkomst van het OCMW moet je als onderhouds- of bijdrage-plichtige:

  • recht hebben op (aanvullend) leefloon of equivalent leefloon (gelijkwaardige financiële steun). Het is voldoende dat je als onderhoudsplichtige recht hebt op leefloon of equivalent leefloon. Je hoeft het niet ook effectief te ontvangen.
  • onderhoudsgelden betalen als gevolg van het afsluiten van een bemiddelingsakkoord dat onder de wet van 21 februari 2005 valt, of op basis van
    • een rechterlijke beslissing,
    • een overeenkomst in het kader van een echtscheiding onderlinge toestemming,
    • een beslissing van de rechter bij een oproep in verzoening
    • het feit dat hij de vermoedelijke vader is
  • of bijdragen betalen voor een geplaatst kind op basis van een beslissing van de jeugdrechter of de bevoegde administratieve overheid.
  • bewijzen dat je het verschuldigde onderhoudsgeld of de verschuldigde bijdrage, gedwongen of niet, volledig hebt betaald.

 Of je kind zich in België of het buitenland bevindt, speelt geen rol (Grondwettelijk Hof 28 juli 2006).

Opdat het OCMW je aanvraag kan onderzoeken, bezorg je het OCMW:

  • de identiteitsgegevens en inlichtingen over de verblijfplaats van het kind/de kinderen
  • een afschrift van de rechtelijke beslissing of een kopie van de beslissing van de jeugdrechter of de bevoegde administratieve overheid
  • het bewijs van de volledige betaling van het verschuldigde onderhoudsgeld of de verschuldigde bijdrage

De beslissing over de toekenning, weigering of herziening van de tussenkomst, word je meegedeeld per aangetekende brief binnen de 8 dagen vanaf de datum van beslissing. De beslissing moet gemotiveerd zijn en moet de beroepsmogelijkheden en –termijnen bevatten.  

Heeft het OCMW besloten om je de gevraagde tussenkomst toe te kennen? Dan neemt het OCMW de helft van het bedrag van het  onderhoudsgeld of van de bijdrage voor geplaatste kinderen dat door jou betaald werd voor de maand ten laste, met een maximum van 91,67 euro per maand of 1100 euro per jaar. Het aantal kinderen voor wie onderhoudsgelden of bijdragen worden betaald, heeft geen invloed op het maximum van de tussenkomst. De tussenkomst wordt maandelijks betaald.  

De tussenkomsten door het OCMW worden door de POD MI volledig terugbetaald aan het OCMW. 

Voogdij over bepaalde kinderen

Minderjarigen over wie niemand het gezag, de voogdij of de materiële bewaring heeft, worden toevertrouwd aan het OCMW van de gemeente waar de minderjarige zich bevindt. 

Voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen is er in 2007 een Voogdijdienst (FOD Justitie) in het leven geroepen. 
Lees meer over wat de Dienst Voogdij en de voogd doen.

Dringende Medische Hulp (DMH)

Wanneer je in onwettig verblijf bent, is de taak van het OCMW beperkt tot het verlenen van dringende medische hulp. 

Lees meer over wat dringende medische hulp is, wat de voorwaarden ervan zijn en wat er moet gebeuren voor een tussenkomst in de medische kosten bij DMH.