Internationale bevoegdheid huwelijk

In het kort

Wil je huwen in België, op een consulaat of in het buitenland? Dan moet je je eerst afvragen of het land in kwestie internationaal bevoegd is om je huwelijk af te sluiten. Zo niet, dan zal je in een ander land, dat wel bevoegd is, moeten huwen.

Eens je gehuwd bent, gelden bepaalde plichten. Dat zijn de persoonlijke gevolgen van het huwelijk. Als één van de echtgenoten die plichten niet nakomt, kan de andere echtgenoot een vordering instellen voor de Belgische rechter. In dat geval zal de rechter eerst nagaan of die internationaal bevoegd is om over de zaak te oordelen. Hetzelfde geldt voor een vordering tot nietigverklaring van het huwelijk. 

Je wil huwen in België

Je kan een huwelijk afsluiten in België in één van de volgende gevallen (artikel 44 Wetboek IPR):

  • Eén van de toekomstige echtgenoten is Belg bij de voltrekking van het huwelijk.
  • Eén van de toekomstige echtgenoten heeft bij de voltrekking van het huwelijk zijn woonplaats in België.
  • Eén van de toekomstige echtgenoten heeft bij de voltrekking van het huwelijk sinds meer dan 3 maanden zijn gewone verblijfplaats in België. 

Een gewone verblijfplaats is niet noodzakelijk legaal. Ook als je illegaal in België verblijft, mag je er trouwen als je aan de grondvoorwaarden om te huwen voldoet (omzendbrief van 23 september 2004 bij het Wetboek IPR, subtitel K).

Je kan een huwelijk afsluiten in de gemeente waar jij of je toekomstige echtgenoot een woonplaats heeft. Als geen van beiden een woonplaats in België heeft of als de gewone verblijfplaats van één van beiden om gegronde redenen niet overeenstemt met de woonplaats, mag het huwelijk worden afgesloten in de gemeente van de gewone verblijfplaats. Welke redenen ‘gegronde redenen’ zijn, is niet wettelijk bepaald.

Als je Belg bent en geen woonplaats of gewone verblijfplaats in België hebt, mag je trouwen op één van de volgende plaatsen: 

  • je laatste woonplaats
  • je geboorteplaats
  • de woonplaats van een bloedverwant tot en met de 2de graad: grootouders, ouders, broers, zussen, kinderen, en kleinkinderen

Als geen van deze plaatsen mogelijk zijn, dan kan je als Belg zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in België huwen in Brussel.

Dat staat in artikel 164/1 van het Burgerlijk Wetboek. 

Je wil huwen op een consulaat

Vanaf 15 juni 2014 zijn Belgische consulaten niet langer bevoegd om huwelijksakten op te maken. Je kan dus niet meer op een Belgisch consulaat huwen, ongeacht je nationaliteit (Consulair Wetboek van 21 december 2013, B.S. 21 januari 2014).

Je kan alleen huwen op het consulaat van je herkomstland als noch jij, noch je toekomstige echtgeno(o)t(e) de Belgische nationaliteit heeft. Als je de Belgische nationaliteit hebt, kan je in België niet op een consulaat van een ander land trouwen, zelfs als je naast de Belgische ook nog een andere nationaliteit hebt.

Let op! Niet elk buitenlands consulaat is bevoegd om huwelijken af te sluiten. Je moet dus ook nagaan of het consulaat waar je wenst te trouwen de bevoegdheid heeft om huwelijken af te sluiten. Bijvoorbeeld: het Nederlandse recht kent geen bevoegdheid toe aan het Nederlandse consulaat in België om huwelijken af te sluiten tussen Nederlanders. Sommige consulaten kunnen alleen huwelijken afsluiten wanneer beide toekomstige echtgenoten de nationaliteit van het land van het consulaat hebben. Je contacteert best het consulaat waar je wenst te trouwen voor meer informatie. Hier vind je de contactgegevens van de buitenlandse consulaten in België

Je wil huwen in het buitenland

Bevoegdheid 

Je moet kijken naar het recht van het land waar je wil huwen om te weten of dat land bevoegd is om je huwelijk te voltrekken. De bevoegde buitenlandse autoriteiten bepalen welke documenten je daarvoor nodig hebt.

Attest van geen huwelijksbeletselen 

In sommige landen vragen de buitenlandse autoriteiten dat je een attest van geen huwelijksbeletselen voorlegt. Je kan je daarvoor wenden tot het Belgische consulaat in het land van de huwelijkssluiting.

Het hoofd van het consulaat zal je een attest van geen huwelijksbeletselen geven als uit onderzoek blijkt dat je effectief voldoet aan de voorwaarden om naar Belgisch recht een huwelijk aan te gaan. Dat betekent dat er ook onderzocht wordt of er geen sprake is van een schijnhuwelijk overeenkomstig artikel 146bis Burgerlijk Wetboek. Dat artikel bepaalt dat er geen huwelijk is wanneer uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet is gericht op het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel. Als er sprake is van een schijnhuwelijk, krijg je geen attest van geen huwelijksbeletselen.

Als je niet voldoet aan de hoedanigheden en voorwaarden om te huwen of als het hoofd van het consulaat daar ernstige twijfels over heeft, maakt hij de aanvraag over aan het bevoegde parket. Het parket heeft dan 3 maanden, te verlengen met maximum 2 maanden, om zich te verzetten tegen de uitreiking van het attest. Als het parket zich niet binnen die termijn verzet, moet het consulaat je een attest van geen huwelijksbeletselen geven. Als het parket zich wel verzet, kan je binnen 1 maand na de kennisgeving van het verzet beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. 

Dient je partner een aanvraag tot gezinshereniging in nadat je een attest van geen huwelijksbeletselen hebt ontvangen? Dan zal er geen nieuw onderzoek naar de geldigheid van de huwelijksakte komen, tenzij er nieuwe elementen zijn. 

Persoonlijke gevolgen van het huwelijk

Tussen echtgenoten gelden een aantal wederkerige plichten:
- de plicht tot samenwonen en getrouwheid
- de bijstandsplicht
- de plicht tot hulpbijdrage van de echtgenoten in de lasten van het huwelijk

Die plichten zijn de persoonlijke gevolgen van het huwelijk.

Persoonlijke gevolgen gaan dus niet over:
- de ouderlijke verantwoordelijkheid over de kinderen van een gehuwd koppel
- vermogensrechtelijke aspecten

Als één van de echtgenoten zijn of haar plichten niet nakomt, kan de andere persoon een vordering instellen in België indien België bevoegd is.

Je kan een vordering over de persoonlijke gevolgen van een huwelijk bij de Belgische rechter instellen in één van de volgende gevallen (artikelen 5, 11 en 42 Wetboek IPR):

  • De verweerder heeft in België zijn woonplaats.
  • De verweerder heeft in België zijn gewone verblijfplaats.
  • De laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten was in België, en dat was niet meer dan 1 jaar voor de instelling van de vordering.
  • De echtgenoot die de vordering instelt, heeft al meer dan 1 jaar in België zijn gewone verblijfplaats.
  • Beide echtgenoten zijn Belg.
  • In geval van een gezamenlijk verzoek heeft één van de echtgenoten zijn gewone verblijfplaats in België.
  • In uitzonderlijke gevallen: wanneer de zaak nauwe banden heeft met België, en een procedure in het buitenland onmogelijk blijkt of het onredelijk zou zijn te eisen dat de vordering in het buitenland wordt ingesteld.

In dringende gevallen zijn de Belgische rechters bevoegd om voorlopige of bewarende maatregelen en uitvoeringsmaatregelen te bevelen over personen of goederen in België. Zelfs als ze niet bevoegd zijn om de zaak ten gronde te behandelen op basis van de bovenstaande bevoegdheidsregeling (artikel 10 Wetboek IPR).

Je kan een vordering instellen bij de rechtbank van de laatste echtelijke verblijfplaats van de partijen (artikel 628 Gerechtelijk Wetboek en artikelen 223 en 224 Burgerlijk Wetboek).

Dringende bewarende maatregelen kan je vragen bij de familierechtbank.

Nietigverklaring van het huwelijk

De nietigverklaring van het huwelijk is de ontbinding ex tunc van het huwelijk. Als het huwelijk nietig verklaard is, is het alsof er nooit een huwelijk is geweest. De familierechtbank kan de nietigheid van een huwelijk uitspreken als sanctie voor het niet-naleven van bepaalde belangrijke huwelijksbeletselen.

Als een vordering tot nietigverklaring van een huwelijk in België wordt ingesteld, moet de rechter altijd eerst de regels van de Brussel IIter Verordening overwegen. Alleen als die regels geen bevoegde rechter aanduiden in België of ergens anders in de Europese Unie, kan de rechter een beroep doen op de regels in het Wetboek IPR.

De Brussel IIter Verordening is van toepassing in alle landen van de Europese Unie, behalve Denemarken.

Een vordering tot nietigverklaring van een huwelijk kan in België worden ingesteld in één van de volgende gevallen (artikel 3 Brussel IIter Verordening):

  • Je hebt als verweerder je gewone verblijfplaats in België.
  • Jullie hebben als echtgenoten je gewone verblijfplaats in België.
  • Jullie laatste gewone verblijfplaats als echtgenoten was in België, terwijl één van jullie daar nog verblijft.
  • Je hebt als verzoeker sinds ten minste 1 jaar een gewone verblijfplaats in België.
  • Je bent als verzoeker Belg en hebt al sinds tenminste 6 maanden een gewone verblijfplaats in België.
  • Beide echtgenoten zijn Belg.
  • In geval van een gezamenlijk verzoek is het voldoende als één van de echtgenoten zijn gewone verblijfplaats in België heeft.

De regels van het Wetboek IPR zijn enkel van toepassing wanneer de Brussel IIter Verordening geen bevoegdheid verleent aan de Belgische rechtbanken of een andere rechtbank binnen de Europese Unie, met uitzondering van Denemarken. De regels van het Wetboek IPR sluiten nauw aan bij die van de Brussel IIter Verordening, zodat de vraag naar welke van de 2 van toepassing is in de praktijk niet vaak voorkomt.

Je kan een vordering tot nietigverklaring van een huwelijk in België instellen in één van de volgende gevallen (artikelen 5, 11 en 42 Wetboek IPR):

  • Je hebt als verweerder je woonplaats in België.
  • Je hebt als verweerder je gewone verblijfplaats in België.
  • Jullie laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats als echtgenoten was niet meer dan 1 jaar voor de instelling van de vordering in België.
  • De echtgenoot die de vordering instelt, heeft bij de instelling van de vordering sinds tenminste 1 jaar in België een verblijfplaats.
  • Jullie zijn allebei als echtgenoten bij de instelling van de vordering Belg.
  • In geval van een gezamenlijk verzoek heeft één van de echtgenoten bij de instelling van de vordering zijn/haar gewone verblijfplaats in België.
  • In uitzonderlijke gevallen: wanneer de zaak nauwe banden heeft met België en een procedure in het buitenland onmogelijk blijkt of het onredelijk zou zijn te eisen dat de vordering in het buitenland wordt ingesteld.

Het Wetboek IPR voorziet een bredere mogelijkheid voor het Openbaar Ministerie om vorderingen over de nietigheid van een huwelijk in te stellen. Dat mag in één van de volgende gevallen (artikel 43, lid 2 Wetboek IPR):

  • Het huwelijk is in België gesloten.
  • Eén van de echtgenoten is Belg bij de instelling van de vordering.
  • Eén van de echtgenoten heeft bij de instelling van de vordering zijn gewone verblijfplaats in België.